De basis van deze drank is karwijzaad, aangevuld met kruiden zoals koriander,venkel, kaneel en dille.
De boventoon moet echter karwijzaad blijven.
De basis alcohol kan uit diverse granen bestaan, in het verleden zelfs aardappelen.
In de eerste doorloop wordt de alcohol geproduceerd.
In de tweede doorloop worden dan kruiden en water aan de alcohol toegevoegd.
Het destillaat van deze ronde wordt voor enkele weken of maanden op houten vaten gerijpt.
In vroegere jaren gingen deze vaten mee op schepen die de evenaar passeerden om zodoende het rijpingsproces te verbeteren; van koude naar warmte en retour.
Drinken doet men het steenkoud, - 25 graden, in een klein glaasje en in één teug .
Vooral bij de nieuwe maatjes